Cijfers en verhalen. Het absurde debat over de "1.400 euro rijken".


Een activist verkleed als Dagobert Duck gooit valse bankbiljetten in Berlijn. (Foto: Carsten Koall/Getty Images)
De interventies van de afgelopen vijf jaar hebben de herverdeling versterkt, maar kranten en politici voeden het valse idee van een voordeel voor hoge inkomens, waarbij ze negeren dat het maximumtarief geldt voor salarissen van € 1.400 netto. Marattin schrijft ons:
Donderdag hielden verschillende onafhankelijke instellingen (Istat, Bank van Italië, Rekenkamer en het Italiaanse Openbaar Ministerie) hoorzittingen over de begrotingswet voor 2026, die een verlaging van twee procentpunten (van 35 naar 33 procent) van het tarief van de inkomstenbelasting voor de bruto-inkomensklasse van € 28.000 tot € 50.000 omvat. Tijdens de hoorzittingen kwamen verschillende belangrijke punten naar voren. Eén punt had betrekking op deze maatregel, de andere op de algehele reeks wijzigingen in de inkomstenbelasting die de afgelopen vijf jaar zijn doorgevoerd (waaronder de Draghi-hervorming van 2021).
Wat het eerste punt betreft (hoorzitting UPB, pagina 59) wordt opgemerkt dat meer dan twee derde van de € 2,7 miljard die de regering-Meloni heeft toegewezen voor de verlaging van de inkomstenbelasting in 2026 naar werknemers (39,7 procent) en gepensioneerden (27,6 procent) gaat, en slechts 5,5 procent naar managers. Zelfs wat betreft de verlaging van het gemiddelde belastingtarief profiteren werknemers het meest (0,4 procent). Wat het tweede punt betreft (hoorzitting UPB, pagina's 61-68) wordt opgemerkt dat de belasting aan het einde van deze cyclus van veranderingen in de inkomstenbelasting – waarvan de meeste werden doorgevoerd door de centrumrechtse regering – progressiever is geworden en haar herverdelende karakter heeft geaccentueerd. "Het algemene profiel blijft gekenmerkt door aanzienlijk hogere verlagingen in de lagere en middeninkomens, terwijl de impact geleidelijk afneemt naarmate het inkomen stijgt", luidt de verklaring met ontwapenende helderheid.
In een normaal land zou de volgende discussie zijn ontstaan: hoe is het mogelijk dat Italië de enige rechtse partij ter wereld heeft die lage- en middeninkomens bevoordeelt ten koste van hoge- en middeninkomens, die (bron: OESO) het record voor de zwaarste belasting in de westerse wereld in handen hebben? Dit blijkt onder andere uit de flagrante anomalie van het Italiaanse belastingstelsel, dat het maximumtarief (43 procent, plus minstens twee procentpunten lokale toeslagen) vaststelt op een niveau – € 50.000 per jaar – dat ongeveer vier keer lager is dan het niveau waarop hetzelfde tarief in de meeste Europese landen wordt toegepast.
In Italië is echter een ander debat ontstaan. Gebruikmakend van de recente, en bijzonder complexe, wiskundige ontdekking dat 2 procent van 1000 (= 20) in absolute waarde groter is dan 2 procent van 100 (= 2) – een sensationele ontdekking, waar de koude berichten van de Bank van Italië en ISTAT met tegenzin aan herinnerd werden – zette een bekende krant het monster op de voorpagina, met de kop dat de manoeuvre "de rijken bevoordeelt". Met uitzondering van L'Foglia en een paar andere geïsoleerde kranten, was de rest van de Italiaanse media dolblij dat ze het meest handige en geruststellende verhaal tot hun beschikking hadden: rechts bevoordeelt de rijken, links verdedigt de armen. Maestro Beppe Vessicchio (laat dit als een eerbetoon worden beschouwd) dirigeert het orkest. Op dat moment volgde de politiek, die al tientallen jaren niet in staat was autonome verhalen te presenteren en systematisch die van journalisten, magistraten of entertainers had moeten najagen, het refrein met veel bombarie. Inclusief, dat spreekt voor zich, de superklassieker: de ‘vermogensbelasting’, het verboden object van de verlangens van traditioneel links.
Gisteren voelde de fractieleider van de Democratische Partij in de Commissie Financiën van de Kamer van Afgevaardigden zich zelfs genoodzaakt me aan te raden me beter te informeren, aangezien het ISTAT zelf was die zei dat de begroting "de rijkste twee vijfde" van de inkomensverdeling bevoordeelt. Dus, Marattin, hou je mond en studeer, we hebben gelijk: we hebben te maken met een omgekeerde Robin Hood. Noch de leider van de Democratische Partij in kwestie, noch zijn politiek secretaris (of zijn economisch directeur), neem ik aan, hebben eraan gedacht om de startdrempel voor deze befaamde "rijkste twee vijfde" van de inkomstenbelastingverdeling te controleren. Ze zouden, misschien met enige verbazing, ontdekt hebben dat ze beginnen met een niet zo luxueus salaris van ongeveer € 1.400 netto per maand. Wat op dit moment de nieuwe drempel van de Democratische Partij is, waarboven je een stinkend rijk man bent die het volk uithongert.
Nog hooguit een paar dagen en de controverse zal bedaren. En dat is dezelfde leegte waaruit ze is ontstaan. Want, zoals hierboven uitgelegd, staat de realiteit lijnrecht tegenover waar het hele land al een paar dagen over discussieert. Behalve dat het niemand echt iets kan schelen. Het enige wat al die arme fortuinlijke kapiteins, de treurige en misleide Don Quichotten van het gezond verstand, de dromers van een saai normaal land, rest, is zich af te vragen hoe lang Italië nog denkt door te kunnen gaan met deze manier van het managen en manipuleren van het publieke debat in het land.
Luigi Marattin is secretaris van de Liberaal-Democratische Partij
Meer over deze onderwerpen:
ilmanifesto


